Direct naar content

BHV oefenen

Hoe goed er ook nagedacht is over wat te doen in noodsituaties, telkens weer blijkt de praktijk anders uit te pakken dan je had bedacht. Zo snel mogelijk kunnen handelen in noodsituaties is cruciaal. Om doeltreffend te zijn is oefenen van noodsituaties essentieel. Daar zijn vele mogelijkheden voor.

BHV oefenen

Bij nood zijn de eerste minuten cruciaal. De hulp van anderen is nog niet ter plekke. In een noodsituatie moet je op de automatische piloot de juiste dingen doen. Weten is één, maar doen is twee. Zeker als je dat ook afgestemd met anderen moet doen. Daarom is het nodig te oefenen. Dat kan uiteraard met een door BHV’ers georganiseerde oefening, maar er zijn allerlei andere varianten denkbaar. Neem in het BHV-plan op hoe binnen de diverse organisatieonderdelen oefenen wordt ingevuld om de kwaliteit te borgen.

Opbouwen van het niveau van de oefening

Oefeningen kennen een aantal fasen:

  1. Weten hoe het zit (instructie: de voorzieningen kennen en de afspraken (BHV-procedures)kennen).
  2. Weten hoe je samenwerkt (bespreken van de rollen en overtuigingen)
  3. Droog oefenen om het praktisch te maken (bijv. table-top)
  4. Oefenen met direct betrokkenen (samenwerken, rolverdeling ervaren)
  5. Oefenen met derden met wie je samenwerkt
  6. Oefenen met cliënten en bezoekers
  7. Onaangekondigd oefenen

Bedenk vooraf wat je wilt bereiken met de oefening en maak de opzet samen met degenen die het ondergaan. In tabblad ‘Team’ vind je enkele voorbeelden.

Waar en hoe vaak oefenen

Oefenen kost tijd (overigens vaak veel minder dan je denkt). Je wilt dit qua belasting efficiënt houden. Maar het kan ook leuk zijn! Weeg hoe vaak (en welke) oefeningen je wilt doen op basis van:

  • Risico: de kans op incidenten en de mogelijke omvang van de schade
  • Complexiteit: meer betrokkenen en samenwerking tussen mensen die elkaar niet goed kennen (derden, teamoverstijgend)
  • Kwetsbaarheid: naarmate de BHV minder ‘specialist’ is, is oefenen meer nodig. Als medewerker er snel ‘alleen’ voor staat, dan ook.

Bedenk vooraf hoe je leert

Zorg dat bij iedere oefening vooraf is afgesproken wie observaties doet en wat de observatiepunten zijn, zodat je ook echt stuurt op het leren en verbeteren. Vermijd het veroordelen van ‘fouten’ die gemaakt worden: daar oefen je voor! Kom erachter waardoor iemand doet wat hij doet.

Risico bij oefenen

Bedenk vooraf goed hoe je ook tijdens de oefening de veiligheid waarborgt. Wat kan er misgaan? En als er echt iets misgaat, hoe laat je elkaar dan direct weten dat dit geen oefening meer is?