Infectieziektes voorkomen
Besmetting met infectieziektes door cliëntcontact en andere biologische risico’s zijn prima te verminderen mits je het risico herkent en weet wat je doet om het tegen te gaan. Denk aan het voorkomen van prikaccidenten of contact met besmet materiaal. Wat zijn die risico’s?
De biologische risico’s in de ggz
Zowel bij cliëntgebonden als in niet-cliëntgebonden werkzaamheden kun je in contact komen met ziekteverwekkend biologisch materiaal. Besmet worden met verkoudheid kennen de meesten van ons en de schade daarvan valt wel mee. Maar helaas zijn er ook grotere risico’s zoals hepatitis en HIV bij prikaccidenten. Voor een overzicht van risico’s zie de lijst bij de downloads: ‘Biologische risico’s ggz-werk’.
De biologische risico’s in de ggz
Cliënten in de ggz behoren tot een risicogroep als het gaat om infectierisico’s. De organisatie is wettelijk verplicht een infectiepreventiebeleid te voeren om verspreiding van ziektes c.q. besmetting van cliënten tegen te gaan. Vanuit de Arbowet moeten ook medewerkers daartegen beschermd worden. Daarbij gaat het niet alleen om cliëntgebonden infecties, maar ook om het in contact komen met ziekteverwekkend biologisch materiaal in niet-cliëntgebonden werkzaamheden. Voor een overzicht van risico’s zie ’Biologische risico’s in ggz-werk’ in de downloads.
De volgende punten zijn verplicht om ten minste te regelen:
- Formuleer een infectiepreventiebeleid. Daarbij is de Hygiënerichtlijn voor psychiatrische instellingen in acht te nemen en tevens vanuit Arboperspectief de aanwijzingen in deze Arbocatalogus.
- Stel een verdiepende RI&E op voor biologische agentia: maak een overzicht bij welke functies en werkzaamheden blootstelling aan biologische agentia aanwezig is en welke categorieën biologische agentia dit kunnen zijn. Breng hierbij ook in kaart welke risico’s er zijn voor personen die extra kwetsbaar zijn (jeugdigen, zwangeren, personen met aandoeningen die hen extra kwetsbaar maken (zoals huidaandoeningen).
- Beschrijf welke ziekten werknemers kunnen oplopen of al hebben opgelopen als gevolg van blootstelling aan voorkomende biologische agentia.
- Bepaal voor welke functies welke vaccinaties aangeboden worden en welk arbeidsgezondheidskundig onderzoek wordt aangeboden (PAGO). Hierbij is advies van de bedrijfsarts vereist.
- Maak voor kritieke handelingen specifieke werkinstructies over een veilige werkwijze op basis van de Hygiënerichtlijn voor psychiatrische instellingen en te nemen voorzorgsmaatregelen (inclusief gebruik van beschermingsmiddelen, hypoallergene latexvrije handschoenen gebruiken, mondneusmasker, spatbril en wegwerpschort waar dat nodig is). Ook geldt: alleen veilige naaldsystemen gebruiken, verbod op recappen en gebruik naaldencontainers. Voor desinfectie een goedgekeurd en ethanolvrij desinfectiemiddel toepassen, tenzij het technisch niet op een andere manier is uit te voeren dan met ethanolhoudend middel. Die noodzaak moet dan onderbouwd worden.
- Laat een legionellarisicoanalyse uitvoeren. Stel indien nodig een legionellabeheersplan op (inclusief technische aanpassingen in de installatie, doorspoelregime en periodieke monstername).
- Geef medewerkers bij start in hun functie en daarna tenminste jaarlijks voorlichting over risico’s van biologische agentia, het herkennen van ziekteverschijnselen, verplicht melden en hulp vragen bij (prik)incidenten, instructie over hygiëne en overige beschermingsmaatregelen waaronder vaccinatie en gezondheidskundig onderzoek/preventief advies bedrijfsarts. Geef specifiek voorlichting over risico’s van biologische agentia (en andere risico’s) aan medewerkers die mogelijk Zwanger willen worden (zie Arbocatalogus-onderdeel Zwangerschap).
- Regel 24/7 acute hulp bij (prik)incidenten (prikaccidentenprotocol).
- Neem in de incidentenregistratie en -incidentenanalyse ook incidenten met besmettingsrisico’s op. Evalueer minimaal jaarlijks achterliggende oorzaken van incidenten en of de genomen maatregelen doeltreffend zijn.
- Regel met de bedrijfsarts dat gezondheidseffecten die medewerkers als gevolg van blootstelling aan biologische agentia (kunnen) ondervinden, worden vastgelegd en dat analyse gedaan wordt wat de grondoorzaken zijn van de opgetreden blootstelling.
Over dit beleid is instemming van de ondernemingsraad noodzakelijk.
De basisbescherming: huid en hygiëne
Het goede nieuws is dat ons lichaam in de regel goede bescherming biedt en in combinatie met een goede hygiëne zijn veel problemen te voorkomen. Maar dan is het wel zaak dat je er oog voor hebt. De huid is een prima barrière. Heb je verwondingen, kloven of een huidaandoening, dan is het extra opletten. Dek wondjes af en draag bescherming bij contact met cliënten en biologisch materiaal.
Verwonding, beet- of prikaccident? Actie!
Bij een incident is het zaak meteen te bekijken of er een besmettingsrisico is en direct over te gaan tot schoonmaken en ontsmetting van de wond. Zie hiervoor het onderdeel Prikaccidenten. Dat geldt ook voor verwondingen bij onderhoudswerk en ander niet-cliëntgebonden werk. Wees alert.
Let op ziekteverschijnselen
Veel infecties merken we niet eens, omdat het lichaam snel repareert. Veel klachten openbaren zich pas later. Wees alert op plotselinge koortsverschijnselen (vaak 4-6 uur na het incident), kortademigheid (allergie), diarree, misselijkheid en veranderingen aan de huid. ‘Gaat vanzelf weer over’ is niet altijd een goede keuze. Bedenk meteen of het met een werkincident te maken kan hebben en schrijf dit op zodat je het onthoud. Laat er voor de zekerheid naar kijken bij de huisarts of bedrijfsarts.
Ook cliënten lopen risico
Extra aandachtspunt is dat je ook cliënten en bezoekers moet beschermen tegen de infectierisico’s. Bekijk dus ook of zij infectiegevaar lopen en onderneem gepaste actie als met hen iets gebeurt tijdens het verblijf bij jullie organisatie.